Kiezen maar: hardcore Britse circuitspeeltjes

Britten weten wel hoe ze leuk mannenspeelgoed moeten maken. Perfecte Vaderdagcadeautjes dus. Die moet je dan waarschijnlijk wel jezelf cadeau doen.

Een eigen sportwagenmerk uit de grond stampen: het is de droom van menig ondernemer die benzine door de aderen heeft stromen. Vooral aan de andere kant van het Kanaal is dit een veelgekoesterde wens. Er is namelijk geen enkel land dat zoveel sportwagenmerken voortbracht als Groot-Brittannië.

Een sportwagenmerk oprichten is één ding, de boel winstgevend maken is een tweede. Dat is vaak waar het aan schort bij de Britten. Desondanks zijn er genoeg sportwagens die daadwerkelijk in productie zijn gegaan. In het lijstje van vandaag kijken we specifiek naar Britse auto’s in de categorie circuitspeeltjes. In het kader van Vaderdag lijkt ons dat wel een toepasselijke categorie.

Lotus Exige S1

Veel Britse sportwagenfabrikanten zijn enigszins obscuur, maar dat geldt uiteraard niet voor het merk van Colin Chapman. Eigenlijk kun je met iedere Lotus wel fun beleven op het circuit, maar toch is de ene Lotus meer hardcore dan de andere. Zo kwam het merk in 2000 met een extra hardcore versie van de Elise: de Exige.

Met een krachtigere, 179 pk sterke variant van de 1,8 liter viercilinder, een hardtop met roofscoop en een serieuze spoiler is de Exige klaar voor het circuit. Alle overbodige luxe is achterwege gelaten, waardoor de auto maar 780 kg weegt. Precies zoals Colin Chapman het gewild zou hebben. Inmiddels ligt hij waarschijnlijk te rollen in zijn graf, aangezien Lotus Evija 1.680 kg weegt en er zelfs plannen zijn voor een Lotus SUV. Maar dat terzijde.

Vauxhall VXR220

Vauxhall is een Brits merk, maar het logo is vaak zo’n beetje het enige Britse aan de auto’s. De Vauxhall VX220 kun je ook zien als een Opel met een ander logo, maar deze auto is wel degelijk Brits. De Opel Speedster en Vauxhall VX220 hebben namelijk de Lotus Elise als basis en worden gebouwd in Hethel.

Aangezien we het hier niet alleen over Britse auto’s hebben maar ook over circuitspeeltjes, is de VXR220 het meest relevant. Dit was de extra hardcore versie van de VX220, die er niet als Opel kwam. Het was dus een auto van de Britten, voor de Britten. De krachtigste Opel Speedster had 203 pk, maar deze VXR220 schopte het tot 223 pk. Belangrijker nog: het onderstel en de remmen waren aangepakt. Ook was deze VXR-versie voorzien van semi-slicks en andere stoelen. Er zijn maar 65 stuks gebouwd, allemaal in de kleur Calypso Red.

Ariel Atom

Het kan altijd spartaanser. Dat bewees Ariel in 2000 met de buitengewoon minimalistische Atom. Met zijn ‘exoskelet’ is de Ariel Atom een unieke verschijning. De eerste generatie woog maar 456 kg en beschikte over dezelfde 1,8 liter Rover viercilinder als de Elise en Exige. Lotus was ook betrokken bij de ontwikkeling, want niemand weet beter hoe je een lichtgewicht sportwagen maakt dan de mannen uit Hethel.

De Atom werd door de jaren heen steeds doorontwikkeld en in 2008 werd er zelfs een V8 in gelepeld. Dit resulteerde in de gestoorde Ariel Atom 500 (de auto op de headerfoto). Met een acceleratie van 0-100 km/u in 2,3 seconden was het een van de snelste auto’s ter wereld. In een Atom 500 ben je dus sneller dan een Chiron met weinig meer dan een paar buizen om je heen.